Wetenswaardigheden
19.11.2021
De kassabon: Bevestig contante betalingen correct!
Voor een contante betaling
een ontvangstbewijs afgeven: Vroeger maakte deze taak deel uit van het dagelijkse leven van winkeliers,
handelaren en ve...
Voor een contante betaling een ontvangstbewijs afgeven: Vroeger maakte deze taak deel uit van het dagelijkse leven van winkeliers, handelaren en ve...
Het nieuwe schrijfmateriaal bereikte Europa pas veel later. De reis van kennis van China naar Europa duurde meer dan 1000 jaar. In het midden van de 12e eeuw was er een bloeiende papierindustrie in de Spaanse stad Xàtiva bij Valencia, die ook hoogwaardige producten exporteerde naar de buurlanden. Zelfs na de verdrijving van de Arabieren uit Spanje bleef het gebied rond Valencia belangrijk voor de papierindustrie, omdat hier veel vlas (linnen) werd verbouwd, een uitstekende grondstof voor de papierproductie. De mechanische massaproductie van papier begon in de Middeleeuwen, toen de Europese papiermakers erin slaagden het werkproces te optimaliseren door talrijke innovaties te introduceren. De werking van papiermolens met waterkracht mechaniseerde het versnipperingsproces, dat tot dan toe alleen met de hand of met dieren in de tuimelmolen werd uitgevoerd. In Duitsland begon de eerste papiermolen in 1390 in Neurenberg.
Tot de tweede helft van de 19e eeuw werden de cellulosevezels die nodig waren voor de papierproductie verkregen uit versleten linnen textiel (vodden). Lompenverzamelaars en handelaren voorzagen de papierfabrieken van deze grondstof. Soms waren lompen zo begeerd en zeldzaam dat ze verboden werden om te exporteren. In de papierfabrieken werden de vodden in stukken gesneden, soms gewassen, onderworpen aan een verteringsproces en uiteindelijk verpulverd in een stamper. De stamperij werd aangedreven door waterkracht. In de eerste helft van de 19e eeuw werden de lompen gebleekt met chloor in plaats van te worden verrot en gereinigd. Dit verminderde het verlies van vezels en maakte het ook mogelijk om gekleurde stoffen te verwerken tot wit papier.
Het tekort aan lompen zette veel wetenschappers ertoe aan om naar alternatieven te zoeken. In 1843 vond Friedrich Gottlob Keller het proces uit voor de productie van papier uit grondhoutpulp, waarbij hij hout met water op een slijpsteen in de dwarsrichting van de vezels verwerkte om grondhoutpulp te produceren, die geschikt was voor de productie van papier van goede kwaliteit. Hij verfijnde het proces verder. In 1859 ontwikkelde Johann Matthäus Voith de refiner, een machine die het splinterige grove materiaal van de sloophoutpulp verfijnt en zo een aanzienlijke verbetering van de papierkwaliteit bewerkstelligt.